overlaadplaats - planimetrie
- ozonisator
- ozoniseren
- ozonlaag
- o\!
- òæ. cì: executeur
- òæ. postacademisch
- òæ.: dichtgooien, dichtspijkeren - ïîäáèòü
- òæ.: narrenkap
- òæ.: tierelieren
- òæ.: zotskap
- òæ: garstig
- òðàõàòüñà ñèíîíèìû: ballen, batsen, bedriegen, beetnemen, bonken, coïteren, duwen, een beurt geven, een punt zetten, fleppen, foppen, geslachtsgemeenschap hebben, het doen, in-betweenen, joepen, kantelen, ketsen, kezen, kezen, kippenhokken, k
- p
- p.a.
- p.m.
- p.o.
- p.p. îò aanbidden
- p.p. îò aanbinden
- p.p. îò aanhouden
- p.p. îò aflopen